-
1 rubbish
n. vuilnis, afval; nonsens, onzinrubbish1[ rubbisj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————rubbish2〈 werkwoord〉 -
2 shoot rubbish
-
3 dump
n. afvalhoop, vuilnisbelt; ophoping; (in computers) dump; het kopiëren van een deel van het geheugen voor uitvoer of opslag--------v. weg gooien; legen; kwijt rakendump1[ dump] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hoop ⇒ (vuilnis)belt, (vuil)stortplaats♦voorbeelden:————————dump2〈 werkwoord〉1 dumpen ⇒ storten, lozen, neersmijten -
4 déposer
déposer [deepoozee]2 neerslaan ⇒ bezinksel vormen, bezinkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 neerzetten ⇒ neer-, afleggen, afzetten2 in bewaring geven ⇒ in depot geven, afgeven4 doen neerslaan ⇒ doen bezinken, afzetten♦voorbeelden:déposer ses hommages aux pieds de qn. • iemand zijn eerbied betuigendéposer le masque • het masker afwerpendéfense de déposer des ordures • verboden vuil te stortenmarque déposée • gedeponeerd handelsmerk→ bilan1. v1) getuigen3) neerleggen5) afzetten, uit zijn ambt ontzetten6) afnemen [gordijn, schilderij]7) aanhangig maken [politiek]2. se déposer (sur)vbezinken, neerslaan -
5 défense de déposer des ordures
défense de déposer des orduresDictionnaire français-néerlandais > défense de déposer des ordures
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский